Antwerpen, 29 mei 1970
Zopas werd in overleg met Drs. Ghijsbrecht en Keersmaeckers besloten dat het toch geraadzaam is mij een behandeling te laten volgen in een gespecialiseerde inrichting. Woensdag 3 juni a.s. zal ik mij dan ook vrijwillig aanmelden in de Jelinek-kliniek, Keizersgracht 674 te Amsterdam. De keuze is gevallen op deze kliniek omdat het fenomeen van de toxicomanie er zeer progressief wordt benaderd en er reeds bemoedigende resultaten werden verwezenlijkt. De behandeling zal om en rond de drie maanden duren en achteraf zullen er ook maatregelen getroffen worden voor een doelmatige nazorg.
(…)
Het lijdt geen twijfel dat de psychiatrische commissie de opname in de Jelinek-kliniek met voldoening zal begroeten. In beginsel diende ik mij op donderdag 11 juni a.s. opnieuw voor de commissie aan te bieden maar vermits ik reeds vanaf 3 juni in de Amsterdamse kliniek zal verblijven, wil het mij voorkomen dat men op grond van de gewijzigde situatie eindelijk een definitieve beslissing zal willen nemen.
(…)
Voor de goede gang van zaken zal mijn echtgenote zich op 11 juni voor de commissie aanmelden en mocht u die dag de gelegenheid hebben haar te assisteren, dan zou ik dat zeer op prijs stellen. Frans Strieleman en Hubert Lampo, die zo vriendelijk zijn zorg te dragen voor de financiële aspecten, zijn eveneens op de hoogte van de nieuwe toestand.
Zodra ik te Amsterdam ben aangekomen, laat ik u allicht meer nieuws weten en in ieder geval zal mijn vrouw enkele dagen vóór 11 juni telefonisch contact met u nemen.
P.S. Het gevraagde stuk voor de Liga voor de rechten van de mens zal ik te Amsterdam in elkaar trachten te boksen en laat ik u te gelegener tijd geworden.
De dag nadat hij deze brief geschreven had, stierf Roger van de Velde.